Alleen-zijn versus eenzaamheid.
Bij gebrek aan internet dook ik eens even in mijn eigen schrijfsels. Een echte ego/trip waarbij ik onderstaand stukje uit april´13 tegen kwam.
terug naar de website
Waarom ik er toen voor heb gekozen om het niet te plaatsen weet ik niet, maar het past goed bij mijn stemming van de laatste tijd en daarom plaats ik het nu wel.
Onderwerp is iets waar het van de week over ging bij een
fb vriendin.
Het boeide me, maar ik had geen ruimte in mijn hoofd om er op in
te gaan. Toch bleven er woorden in mijn hoofd rondzingen, het ging over
eenzaamheid versus alleen-zijn.
Toen ik dat las, moest ik meteen aan mijn schooltijd
denken. Aan de tijd dat het boek van Koningin Wilhelmina werd behandeld –Eenzaam, maar niet alleen-. Mijn docente
voegde daar meteen aan toe: alleen, maar
niet eenzaam. Beide zinnen raakte mij, want ik herkende dat, zo jong als ik
was. Als er geen mensen om me heen waren, had ik mijn fantasie om van alles mee
te beleven. Die zette me aan tot schrijven, tekenen of het knutselen van
allerlei zaken. Als ik me verplicht onder de mensen moest begeven, zoals bij
verjaardagen, voelde ik me juist wel eenzaam omdat ik hun signalen en rituelen vaak
niet begreep, net zoals zij mij meestal niet begrepen.
Ook bij leeftijdgenoten voelde ik me een buitenstaander,
ik had wel vriendinnetjes maar ik was met heel andere dingen bezig zodat de
echte aansluiting er nooit was. Alleen de betreffende moeders hadden graag dat
ik met hun dochters speelde, want ik was rustig en gaf zulke wijze antwoorden
op hun vragen. Een vriendinnetje vertelde me jaren later dat zij zo’n antwoord
dan moest onthouden van haar moeder zodat, als die vraag ooit weer gesteld
werd, zij dit antwoord in de groep kon gooien. Gênant werd het toen dat een
keer gebeurde op het moment dat ik erbij was, ik was echt perplex.
Later werkte ik in de verpleging en daar was mijn rol
duidelijk omschreven, waardoor ik me goed kon handhaven, maar o, wat was mijn
vrijetijd me dierbaar, gewoon me terug trekken op mijn zolderkamertje en in
mijzelf. Natuurlijk had ik vrienden en vriendinnen en ondernam ik leuke trips,
bijvoorbeeld de natuur in op de fiets of praten, praten en praten over alles
wat ons bezighield. In die gesprekken viel het me ook vaak op dat ik zo totaal
anders dacht, maar dat was geen probleem, het mocht er zijn. Het uitgaansleven
was niet aan mij besteed, te druk, te veel lawaai om een woord te kunnen
wisselen. Dansen vond ik wel heerlijk, gewoon mijn lijf laten gaan in het ritme
dat ik hoorde in de muziek, wat niet noodzakelijker wijs ook het ritme voor
anderen was, waardoor ook samen dansen vaak minder succesvol was.
Nu ik sinds een paar dagen vrijwel alleen op de camping
woon, kropen mijn gedachten terug naar die tijd van de zolderkamertjes, ik had
toen geen telefoon, geen tv en de computer was iets voor heel wijze vaders van
weer andere vriendinnetjes. Een zo’n vader liet mij ooit meedenken in een
vraagstuk over 1-en en 0-en en hij was
helemaal verbaasd over de oplossing die ik bedacht. Ik snapte het toen al niet
echt en nu heb ik er natuurlijk geen idee meer van waar het toen om ging.
Gedurende dertien jaar, met een korte onderbreking van
samenwonen, woonde ik tevreden alleen met mijn boeken, mijn knutsels en
overpeinzingen waarmee ik stapels schrijfblokken heb gevuld, naast alle brieven
die ik aan alle vrienden en familie stuurde.
Gelukkig heeft geen een schrijfblok de vele verhuizingen
van die tijd overleefd.
In het elfde jaar kwam er een kat bij me wonen en een
jaar later kwam daar een katertje bij. Toen woonde ik net in ons huidige
appartement en daar nam ik ook een telefoon en een kleuren tv’tje.
Na korte tijd was de lol van tv-kijken er wel weer af,
maar de eigen telefoon vond ik heerlijk. Uren ouwenelen met vriendinnen die
verder weg woonden. Wel haalde ik net zo gemakkelijk de stekker eruit als ik
een avond rust wilde.
En toen op een dag, kwam mijn prins op het witte paard
mijn leven binnen rijden en dat vroeg de nodige aanpassingen. Ik besef steeds
weer wat wij het treffen met elkaar, want ook al heeft hij die behoefte aan
alleen-zijn veel minder, hij respecteert mijn behoefte en zorgt dan dat hij het
ook naar zijn zin heeft.
Zoals ik al schreef, ben ik nu een paar dagen alleen op
de camping en ik geniet. Ik voel me vrij, praat hardop tegen de theekan, dat
die niet zo moet prutten. Ook heb ik betere gesprekken met de hond als zij daar
zin in heeft. Verder keutel ik lekker rond, knutsel wat met foto’s en met
woorden en merk dat ik het toch wel fijn vind dat ik via de mobiel en de laptop
contact met de buitenwereld kan opnemen. Het kan, maar hoeft niet.
Alleen-zijn is voor mij echt iets heel anders dan
eenzaam-zijn.
Reacties
Een reactie posten
Fijn als jullie een reactie achterlaten.