Thüringen II
Was daarmee Thüringen klaar voor mij?
Tien jaar leek dat
zo te zijn, maar dit jaar trok Duitsland weer heftig en ook al zocht ik een plekje in
zuidoost Duitsland, kwam ik toch steeds uit bij Thüringen.
Thuis had ik op internet een beetje gegoogled en had
gezien dat we de vorige keren Erfurt, Weimar en nog een plek hadden
overgeslagen en omdat we deze keer nadrukkelijk het advies kregen om naar het
Goethe-huis en zijn Ginkgo boom in Weimar te gaan, zat deze plaats stevig in
mijn hoofd geprent.
Zo werd het Thüringen, na 4 heerlijke zomerse dagen in
Sauerland waar we ook nog stukjes verleden hadden uit te werken en waar de eerste verschijnselen van bronchitis begonnen.
Op weg naar onze bestemming in Thüringen veranderde het
weer drastisch, het koelde af en er viel wat regen. Tussen de buien door bezochten
we plaatsen in de omgeving, zoals Eisenach en Suhl en we maakten de eerste
voorzichtige wandelingen in het bos achter ons huisje.
’s Avonds werd ik weer geplaagd door heftige (koorts?)dromen.
In Eisenach ontdekte ik dat men hier is begonnen met het
gedenken van 1937-1945, de tijd onder Hitler. We parkeerden de auto voor een
huis met een bord in de tuin, dit vertelde hoe uit dit huis de eerste Jood van
Eisenach is weggevoerd en hoe hij en zijn familie nooit meer zijn teruggekeerd.
Zoiets raakt me diep, want ook al ben ik een naoorlogs kind, voel ik me altijd
onderdeel van die tijd.
Gisteren was het koud en nattig en we besloten om eens in
Erfurt rond te gaan kijken een mooie stad met onder anderen een beroemde Dom.
Het was kennelijk niet de bedoeling, want na honderd
rondjes –Einbahnstrasse- bereikten we eindelijk de parkeergarage, die met
rood-wit band was afgesloten.
Dan toch maar door naar Weimar? Ook al weet ik van Goethe
niet veel meer dan zijn Erlkönig, het gedicht dat ik als dertienjarige uit mijn
hoofd moest leren en later leerde waarderen als een van de prachtige ‘lieder’
van Schubert. Het is het intens trieste verhaal van een vader die te paard met
zijn doodzieke zoontje de arts probeert te bereiken. Terwijl het kind allerlei
troostende ijlbeelden ziet en hierover vertelt, accepteert de vader die beelden
niet en probeert iedere keer nuchtere verklaringen te geven. Ik vond dit als kind
al vreselijk en zo voelt het nog steeds, een vader die in het laatste uur zijn
kind ontkent. Vijfentwintig jaar later maakte ik het mee met mijn eigen vader
die zijn zoon, mijn broer, niet serieus kon nemen in zijn stervensverhaal. Het was
te pijnlijk voor hem om te beseffen dat zijn zoon zou sterven, maar daarmee
maakte hij dit proces voor die zoon en de naasten nog moeilijker.
Mijn hoofd vol van die gedachten, reden we richting
Weimar en zoals altijd onderweg, genoot ik van het uitzicht en de prachtige
wolkenformaties. Oude kastelen op heuvels, kennelijk de oude verdedigingslinie
van Thüringer Wald en plotseling een enorm witte toren waar de zon net op
scheen.
Bijzonder, het leek een vuurtoren, maar die had toch geen
nut midden in het heuvelland. Zou het een gedenkplaats zijn? Zou het die plek
zijn die ik voor vertrek op de kaart had gezien en waarvan ik gedacht had dat
we die deze keer zouden moeten bezoeken? Terwijl ik deze gedachte deelde met
Henk, keek ik nog eens op de kaart en zag dat het klopte en het enige wat ik
toen kon denken was: “zo dicht bij de stad, dat hebben de mensen geweten! Wat
nou ’Wir haben es nicht gewusst’.”
Ik voelde me hevig geschokt en dat herstelde maar langzaam
tijdens de rit naar de stad.
In Weimar reden we zo naar de parkeergarage, die wel open
was en wandelden naar het plein voor het Goethe-haus. We gingen op het,
ondertussen zonnige, terras zitten en genoten van het gedoe, een verkleedde man
vertelde Goethes verhaal aan ieder die het horen wilde, de ene Goethe-wanderungs
groep na de andere kwam langs, de ene paardenkoets na de andere reed langs en
wij besloten dat we niet in deze gekte mee wilden doen.
Ik bekeek de binnenplaats
van het huis en we bezochten de Ginkgo biloba boom die Goethe, die naast
dichter o.a. ook botanist was, geplant heeft. Natuurlijk is het indrukwekkend
om zo’n oude boom in alle glorie te zien staan en natuurlijk hebben we een
nazaat van deze boom gekocht om thuis te laten groeien op de plek waar ik al
jaren een boom wil hebben, maar steeds niet de goede kon vinden.
We liepen nog een tijd rond totdat er een bui opkomst
leek en we gingen terug naar de auto.
We overwogen wat nu te doen en uiteindelijk besloten we
dan toch om naar de gedenkplaats te gaan. De zon scheen ondertussen weer volop
en op de plaats aangekomen, maakten we de wandeling over de paden met afschuwelijke
namen zoals de Blutweg.
We zagen wat foto’s, maar dat hoefde niet, want die
beelden kennen we uit en te na uit onze jeugd, toen het jaarlijks landelijke
verdriet en het gedenken nog onderdeel van de lagere schoolopleiding was. We voelden de energie van alle ellende, alle onvermogen,
alle wreedheid die hier heeft plaatsgevonden, we zagen de restanten van
barakken en op het laatst de indrukwekkende beeldengroep voor de gedenktoren. Tijdens
de wandeling werd ik verscheurd door het ervaren van het dramatische verleden
en de intense schoonheid van dit gebied, het prachtige uitzicht over het dal. Wat
zul je je dan dubbel opgesloten voelen als je die ruimte ziet en je kunt niet
weg, behalve door de dood.
Op het moment dat we bij de gedenktoren stonden, werd de
lucht grijs-zwart, het uitzicht verdween en een stortbui barstte los.
Het voelde
als het schoonspoelen van de energie van Buchenwald en de energie in mijzelf. In
de stortregen liepen we terug naar de auto en terwijl we wegreden, brak de zon
door de wolken en bescheen de witte toren, een regenboog op de achtergrond en
twee buizerds vlogen boven ons.
De regenboog, symbool voor de verbinding tussen hemel en
aarde en de buizerd, mijn symbool voor de vrijheid. Het voelt alsof ik mij mag loskoppelen van de energie
daar, ik heb niet meer of minder schuld dan welk ander mens op aarde aan het drama
dat zich daar heeft afgespeeld.
Het vertelt mij wel om bij mijn gevoel te blijven en me
niet af te sluiten voor de drama’s die zich op dit moment, door wat voor reden of
door wie ook veroorzaakt, afspelen. En me niet te laten verwarren door iedereen
die het beter weet, maar om trouw te blijven aan mijn gevoel voor wat menselijk is.
Ik zal nooit zeggen dat ik het niet wist, terwijl ik het had kunnen weten.
Ieder mens, ieder kind, verdient een plek die overeenkomt
met de internationale verdragen voor de rechten van de mens
Reacties
Een reactie posten
Fijn als jullie een reactie achterlaten.